Buitenlands vastgoed krijgt wellicht net als het Belgische een ‘oud’ kadastraal inkomen opgeplakt. ‘Wie vastgoed in het buitenland heeft, zal daardoor meestal iets minder belastingen betalen dan vandaag’, zegt fiscaal jurist Jef Wellens.
Op voorstel van zijn administratie heeft minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) gisteren een oplossing op de regeringstafel gelegd om komaf te maken met het onderscheid in hoe binnenlands en buitenlands onroerend goed belast wordt.
Het moest wel vooruit gaan, want het Europees Hof van Justitie veroordeelde België een paar weken geleden al tot een boete van 2 miljoen euro en een dwangsom van 7.500 euro per dag dat de ongelijke behandeling doorgaat.
Binnenlands vastgoed waarvan je de eigenaar bent of dat je verhuurt aan een particulier, wordt belast op basis van het kadastraal inkomen (KI). Dat is een fictief huurinkomen dat wordt toegekend aan de woning. Alleen is die berekeningsbasis weinig accuraat omdat ze dateert uit 1975 en dus veel lager ligt dan wat een woning vandaag werkelijk aan huurinkomsten kan opleveren.
De Belg die zijn buitenlandse woning verhuurt, wordt wel belast op de werkelijke huurinkomsten. Als hij de woning zelf gebruikt, wordt naar de actuele huurwaarde gekeken als basis om hem te belasten.
Die ongelijke behandeling is Europa al bijna dertien jaar een doorn in het oog.
De fiscus zal nu aan elke buitenlands onroerend goed een KI toekennen op diezelfde verouderde basis als die van Belgische woningen, dus ook teruggerekend naar 1975. Om dat KI te berekenen, zal hij de eigenaars vragen om de normale verkoopwaarde van het goed mee te delen, of anders de prijs waarvoor het gekocht werd, en de datum waarop dat gebeurde. De toekenning van een ‘gelijkaardig’ KI aan de buitenlandse woningen wordt een hele klus. De vraag is ook hoe dat allemaal gecontroleerd zal worden. De fiscus hoopt in maart 2022 klaar te zijn, zodat de woningen kunnen aangegeven worden in de belastingaangifte van juni dat jaar.
Hij had ook kunnen afstappen van het verouderde KI in België en ook hier belasten op basis van de actuele huurwaarde of de werkelijke huurinkomsten, zoals nu met buitenlands vastgoed gebeurt. Maar daarmee zou hij de doos van Pandora openen. De reële huurinkomsten belasten is een taboe voor de liberalen, en al zeker als geïsoleerde maatregel. Dat zou leiden tot een belastingverhoging voor heel wat woningeigenaars.
‘Wie buitenlands vastgoed heeft, zal meestal iets minder belasting betalen dan vandaag’, zegt Jef Wellens, fiscaal jurist bij Wolters Kluwer Belgium. Op het buitenlandse vastgoed worden meestal niet rechtstreeks Belgische belastingen betaald. Toch niet als het vastgoed in een land ligt waarmee België een zogeheten dubbel belastingverdrag heeft. Het vastgoed is dan alleen in dat land belastbaar.
Toch moet de eigenaar dat inkomen ook invullen op zijn Belgische belastingaangifte, waarna het voor de fiscus meetelt om het gemiddelde belastingtarief te bepalen op het totale inkomen van de betrokkene. Die techniek heet het progressievoorbehoud.
Wellens becijferde ook een voorbeeld. Hij gaat uit van een alleenstaande met een beroepsinkomen van 50.000 euro per jaar en een buitenlands appartement met een reële jaarlijkse huurwaarde van 5.000 euro. Als op dat appartement in de nieuwe regeling een ‘Belgisch’ KI van 772 euro wordt geplakt – wat realistisch is – zal hij zijn belastingfactuur met 174 euro zien zakken, van 17.342 naar 17.168 euro.
Het kabinet-Financiën rekent erop dat de hele oefening budgetneutraal is.
Wellicht zal het duidelijkere systeem en de controle erop ook meer Belgen aansporen om hun buitenlands vastgoed aan te geven.
Bron: De standaard 2/12/2020